De oudduitse herdershond


Het ras is ontstaan uit de “gewone” Duitse herdershond. Vroeger was “Duitse Herder” nog geen rasnaam maar een verzamelnaam voor verschillende soorten herdershonden.

Door éénkleurige honden uit te sluiten van de fok en later ook de ruw- en langharige honden is het populaire ras “Duitse Herder”, zoals wij hem nu kennen, ontstaan.
Er worden nog steeds langharige herders uit “gewone” Duitse herders geboren maar ze worden door  de SV als een fokuitsluitende fout bestempeld. Sinds januari 2011 is de langstokhaar erkend binnen de FCI, ondanks dat wordt de oudduitse herder nog steeds niet erkend.

Rond het einde van de 18e eeuw wilde Rittmeister Max Emil Friederich von Stephanitz een diensthond , moedig en sterk met goede werkkwaliteiten fokken, de ideale gebruikshond. Zijn ideale hond vond hij op een tentoonstelling van gebruikshonden in Frankfurt.  De hond heette Hektor Linksrhein. Hij besloot deze hond aan te kopen en op 22 april 1899 bracht de Ritmeester deze hond uit op een tentoonstelling in Karlsruhe onder de naam : Horand vom Grafrath   

Op dezelfde dag richtte hij de Deutschen Schäferhunde-Verein (SV) op. 
In september 1899 werd de rasstandaard van de Duitse Herdershond aangenomen en in mei 1900  werd het fokregister (Zuchtbuch) goedgekeurd met als stamvader van de huidige Duitse Herder : Horand vom Grafrath.   (genoemd naar de woonplaats van de Rittmeister)
Deze hond werd dus de eerste hond met een stamboom : SZ-nummer 01

In 1984 werd in Duitsland door de grote groep liefhebbers van de langharige herdershond het “Langhaar-Schäferhunde-Verband Deutschland” opgericht. Er werd met uitsluitend langharige honden verder gefokt en zo ontstond het ras Oudduitse Herder.
In de bloedlijnen van de oudduitse herder, kom je dus ook de kortharige voorouders tegen.

De oudduitse herder is een middelgrote hond, het verschil tussen de oudduitse herdershond en de Duitse herderhond is de lengte van de vacht. Door zijn lange haren toont de oudduitse herder machtiger en imposanter dan de Duitse herder.  De  ruglijn is recht en niet schuin aflopend.  Zijn inzetmogelijkheden zijn net als bij de Duitse herder breed:  diensthond, beschermhond, reddingshond, blindengeleidehond of familiehond.
De oudduitse herdershond heeft altijd 2 langstokharige ouders. Heeft de hond 2 kortharige (stokhaar) ouders, dan worden het langstokhaar duitse herders genoemd.

De oudduitse herdershond is een niet FCI-erkend ras. Daarom krijgt de oudduitseherder zijn stamboom (afstammingsbewijs) van de rasvereniging. Meer info over de rasvereniging: http://www.adrv.eu/

Om een hond in te mogen zetten voor de Oudduitse herder fokkerij, zal er vooraf een röntgenbeoordeling en fokgeschiktheids keuring plaatsvinden. Voordat de hond aangekeurd wordt, worden de heupen en ellebogen vooraf geröntgend op HD (heupdysplasie) en ED (elleboogdysplasie). Als de röntgenfoto’s in orde zijn bevonden dan pas kan de hond voorgebracht worden voor de fokgeschiktheids keuring. Als de hond deze keuringen goed heeft doorstaan, dan mag hij ingezet worden voor de fokkerij.

Op zich is het ras erg makkelijk v.w.b. de verzorging. Een borstelbeurt volstaat in de 1 à 2 weken. In de ruiperiode is het uiteraard zaak, dat dit dagelijks gebeurd.
De staart en de broek en de flossen achter de oren die moeten vaker gekamd worden. Een grote wasbeurt is niet noodzakelijk voor de hond.

De Oudduitse herdershond is uitermate geschikt als familiehond. Ze hebben een stabiel en zelfverzekerd karakter, nieuwsgierig zonder onnodige agressie alert en makkelijk te trainen.
Raadzaam is, om wat te ondernemen met deze honden. Een rondje om het huis, is niet voldoende. Het zijn honden die graag werken voor de baas. Ze hebben een echte ‘will to please’. Ze moeten zowel lichamelijk als geestelijk bezig gehouden worden. Dit kan in de vorm van sporten met de hond, op verschillende fronten, lekker lange wandelingen maken noem maar op. Als de hond deze bezigheden niet krijgt aangeboden door zijn baas zal hij niet gelukkig zijn. Het doet hem dus niet goed als je ‘m louter voor de gezelligheid in huis houdt en geen enkele bezigheid biedt.
Wanneer je dit mooie pluizige bolletje wol ziet als pup, bedenk dan vooraf wel goed, dat dit pluisje uitgroeit tot een grote hond met veel werklust. Ben je van plan wat te gaan ondernemen met je hond, en hem de juiste opvoeding te geven dan zal dit een maatje voor altijd worden.

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb